Zoekresultaten: unia

  • Gevangenisstraffen van 15 en 6 jaar gevorderd voor Brusselse gaybashers

    Het openbaar ministerie heeft woensdag gevangenisstraffen van vijftien en zes jaar gevorderd voor twee mannen die vorig jaar acht homoseksuele mannen in Brussel overvielen en hen beroofden.

    Tussen 7 april en 23 juni 2024 werden verschillende homoseksuele mannen via de dating-app Grindr aangesproken en naar een park in Brussel gelokt. Achter het hiervoor gebruikte profiel zat onder meer de 20-jarige Rayan R. Eens in het park aangekomen, werden de slachtoffers niet alleen uitgescholden maar ook in elkaar geslagen en vervolgens beroofd. De slachtoffers liepen ernstige verwondingen op. Sommigen verloren tanden en hebben protheses nodig. Naast de slagen en verwondingen werden telefoons en bankkaarten gestolen, waarbij in sommige gevallen tot 1.600 euro werd afgeperst. Waarschijnlijk waren deze aanvallen slechts het topje van de ijsberg, want het Brusselse RainbowHouse meldde dat het in die periode en in de maanden ervoor 217 meldingen had ontvangen.

    Rayan R. erkende, tijdens de inleidende zitting twee weken terug, dat hij bij het merendeel van de feiten aanwezig was, maar ontkende toen bepaalde elementen, zoals het gebruik van wapens of expliciet homofobe uitspraken. Hij gaf aan dat hij destijds werd gedreven door een “verkeerde kijk op rechtvaardigheid”, waarbij hij geloofde dat de mannen die hij via Grindr ontmoette een bedreiging vormden voor minderjarigen. “Ik dacht dat ik het juiste deed, maar ik heb mensen aangevallen die niets verkeerds hadden gedaan,” gaf hij toe. Hij verwees naar een periode waarin hij alcohol en drugs gebruikte en gaf toe dat hij valse profielen van jonge mannen had aangemaakt om zijn slachtoffers te lokken.

    Samen met Rayan R. stond ook Anas T. terecht. Volgens de openbare aanklager is hij een van de meelopers die aan drie aanvallen zou hebben deelgenomen. Ook een minderjarige hielp mee om de homoseksuele mannen in de val te lokken. Hij moet binnenkort voor de jeugdrechter verschijnen. Het openbaar ministerie vroeg de rechtbank om de twee schuldig te bevinden aan slagen en verwondingen met een discriminerend motief, en aan bedreigingen, vrijheidsberoving, wapendracht, afpersing en informaticabedrog.

    Zelf zeggen de twee beklaagden dat ze zichzelf zagen als pedo-jagers en dat ze dachten dat homoseksualiteit en pedofilie hetzelfde waren — een verkeerde overtuiging die homoseksualiteit met pedofilie vereenzelvigde. Zo zei de raadsman van Anas T. dat zijn cliënt "verward in zijn hoofd was", nadat hij via sociale media veel verkeerde informatie over pedofilie en homoseksualiteit onder ogen had gekregen.

    Unia en de vzw Ex Aequo hebben zich burgerlijke partij gesteld tegen de twee gaybashers. Het afgelopen jaar deed Unia dat reeds tien keer in soortgelijke dossiers. “Unia heeft zich burgerlijke partij gesteld bij al deze dossiers om de slachtoffers te steunen en hen te begeleiden gedurende de hele strafprocedure”, zo zei directeur Els Keytsman ter gelegenheid van de internationale dag tegen homo- en transfobie op 17 mei jongstleden, naar aanleiding van de inleidende zitting van deze zaak. “Deze gevallen zijn bijzonder belangrijk omdat er bij deze agressies een vijandig signaal wordt gestuurd naar een hele gemeenschap. Unia informeert ook de rechtbanken, zodat het onderzoek aandacht besteedt aan het discriminerende motief. De aanval wordt dan niet gezien als een 'gewone' aanval, maar als een aanval met een discriminerend motief – een verzwarende omstandigheid waarmee rekening moet worden gehouden.”

     

    Het vonnis in deze zaak is voorzien voor 24 juni.

    Lees meer
  • An increasing number of hate crimes against LGBTI people

    In 2024, more than one-third of hate crimes reported to Unia and the Institute for the Equality of Women and Men targeted LGBTI individuals. Unia closed 136 cases related to sexual orientation, surpassing those concerning other protected characteristics such as race or religion.

    Among these cases, 35% involved homophobic, lesbophobic, or biphobic acts. Over a third involved physical assaults, with a similar percentage involving serious intimidation. Perpetrators are often young men targeting other men, sometimes through dating apps like Grindr.

    In at least eight instances, victims were lured, insulted, threatened with knives, assaulted, and extorted. The suspects will appear before the Brussels Correctional Court on May 14. Unia has joined this case as a civil party, as it has in ten other homophobic aggression cases since early 2024.

    “These attacks send a hostile message to an entire community. Unia informs the courts so that the discriminatory motive is considered an aggravating circumstance,” emphasizes Els Keytsman, director of Unia.

    Transgender Individuals Particularly Targeted

    The Institute handled 74 cases in 2024 related to medical or social transition, and 80 concerning gender identity. Transgender individuals are frequently discriminated against in the workplace (47 reports), as well as in the insurance and healthcare sectors.

    Anti-gender rhetoric on social media and in the media challenges their legitimacy. Hate is sometimes expressed subtly, through humor or parody, contributing to a transphobic climate.

    Reports concrning intersex individuals account for less than 1% of cases received, indicating a lack of public awareness. Yet, five children are born each day in Belgium with variations in sexual characteristics. This ignorance fosters intersexfobia, sometimes pressuring parents into consenting to unnecessary medical interventions.

    Encouragement to Report Incidents

    Unia and the Institute encourage victims and witnesses of discrimination, hate speech, or hate crimes to file a complaint with the police, where a specific report will be prepared.

    However, victims of homophobia, biphobia, or transphobia often hesitate to file complaints due to fears of coming out, being poorly received, stigmatized, or that their complaint may impact their private or professional lives.

    According to a European study, only 14% of LGBTI+ victims in Belgium report incidents to the police, indicating underreporting. Reports can also be made to Unia or the Institute, which provide support to victims.

    Call to Authorities

    During the previous legislature, each level of government developed its own action plan against LGBTI-phobia, leading to fragmented efforts. Unia and the Institute advocate for an ambitious interfederal action plan that enhances cooperation among various levels of government.

     

    Lees meer
  • De plus en plus de crimes de haine contre les personnes LGBTI

    En 2024, plus d’un tiers des crimes de haine signalés à Unia et à l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes visaient des personnes LGBTI. Unia a clôturé 136 dossiers liés à l’orientation sexuelle, soit davantage que ceux concernant d’autres critères protégés comme la race ou la religion.

    Parmi ces dossiers, 35 % concernaient des actes homophobes, lesbophobes ou biphobes. Plus d’un tiers des cas impliquaient des coups et blessures, et un pourcentage similaire des intimidations graves. Les auteurs sont souvent de jeunes hommes ciblant d’autres hommes, parfois via des applications de rencontre comme Grindr.

    Dans au moins huit cas, des victimes ont été piégées, insultées, menacées avec des armes blanches, agressées et extorquées. Les suspects comparaîtront le 14 mai devant le tribunal correctionnel de Bruxelles. Unia s’est constituée partie civile dans ce dossier, comme dans dix autres affaires d’agressions homophobes depuis début 2024.

    “Ces agressions envoient un signal hostile à toute une communauté. Unia informe les tribunaux afin que le motif discriminatoire soit pris en compte comme circonstance aggravante “, souligne Els Keytsman, directrice d’Unia.

    Les personnes transgenres particulièrement ciblées

    L’Institut a traité 74 dossiers en 2024 concernant la transition médicale ou sociale, et 80 liés à l’identité de genre. Les personnes transgenres sont souvent discriminées sur le lieu de travail (47 signalements), mais aussi dans les secteurs des assurances et des soins de santé.

    Les discours anti-genre sur les réseaux sociaux et dans les médias remettent en question leur légitimité. La haine s’exprime parfois de manière subtile, sous forme d’humour ou de parodie, contribuant à un climat transphobe.

    Les signalements concernant les personnes intersexes représentent moins de 1 % des cas reçus, révélant un manque de connaissance du public. Pourtant, cinq enfants naissent chaque jour en Belgique avec des variations des caractéristiques sexuelles. Cette ignorance alimente l’intersexfobie, poussant parfois les parents à accepter des interventions médicales non nécessaires.

    Encouragement à signaler les faits

    Unia et l’Institut encouragent les victimes et témoins de discrimination, de discours ou de crimes de haine à porter plainte auprès de la police, où un procès-verbal spécifique sera établi.

    Cependant, les victimes d’homophobie, de biphobie ou de transphobie hésitent souvent à porter plainte, par crainte de faire leur coming-out, d’être mal accueillies ou stigmatisées, ou que leur plainte ait des répercussions sur leur vie privée ou professionnelle.

    Selon une étude européenne, seulement 14 % des victimes LGBTI+ en Belgique signalent les faits à la police, ce qui indique une sous-déclaration. Les signalements peuvent également être faits auprès d’Unia ou de l’Institut, qui offrent un accompagnement aux victimes.

    Appel aux autorités

    Lors de la législature précédente, chaque niveau de pouvoir a élaboré son propre plan d’action contre les LGBTI-phobies, entraînant une fragmentation des efforts. Unia et l’Institut plaident pour un plan d’action interfédéral ambitieux renforçant la coopération entre les différents niveaux de pouvoir.

     

    Lees meer
  • Steeds meer haatmisdrijven tegen LGBTI-personen

    Bij meer dan een derde van de haatmisdrijven die bij Unia en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen gemeld worden, zijn LGBTI-personen het slachtoffer. Dat blijkt uit de cijfers van de twee organisaties. In 2024 sloot Unia 136 dossiers af waarin seksuele oriëntatie een rol speelt. Dat is aanzienlijk meer dan bij dossiers waarin andere beschermde kenmerken geviseerd worden, zoals ras en geloof.

    Zo werd 35 procent van de dossiers van Unia in 2024 gekenmerkt door homofobe, lesbofobe of bifobe haatmisdrijven. Meer dan een derde van de gevallen gaat over slagen en verwondingen en een vergelijkbaar percentage over ernstige intimidatie. Voor de zogenoemde ‘raciale’ kenmerken en geloofsovertuigingen ligt het percentage haatmisdrijven veel lager (respectievelijk 14 procent en 6 procent).

    De daders zijn vaak jonge mannen die, soms in groep, vooral andere mannen viseren. Valstrikken via gespecialiseerde datingapps komen opvallend vaker voor. Het gaat dan bijvoorbeeld om mannen die in de val werden gelokt via de app Grindr, met minstens acht slachtoffers. Zij werden blootgesteld aan homofobe beledigingen, bedreigd met steekwapens, geslagen en afgeperst. De vermeende daders van deze gewelddadige handelingen verschijnen op woensdag 14 mei voor de correctionele rechtbank van Brussel. Unia is burgerlijke partij in dit dossier, zoals in tien andere dossiers van homofobe agressie sinds begin 2024. Dat wijst helaas op de herhaling en de ernst van de feiten.

    “Unia heeft zich burgerlijke partij gesteld bij al deze dossiers om de slachtoffers te steunen en hen te begeleiden gedurende de hele strafprocedure. Deze gevallen zijn bijzonder belangrijk omdat er bij deze agressies een vijandig signaal gestuurd wordt naar een hele gemeenschap. Unia informeert ook de rechtbanken, zodat het onderzoek aandacht besteedt aan het discriminerende motief. De aanval wordt dan niet gezien als een ‘gewone’ aanval, maar als een aanval met een discriminerend motief – een verzwarende omstandigheid waarmee rekening moet worden gehouden,” benadrukt Els Keytsman, directeur van Unia.

    Trans personen vooral mikpunt van discriminatie

    74 dossiers van het Instituut in 2024 hadden te maken met de medische en/of sociale transitie, en 80 met genderidentiteit. Transgender personen zijn vaak het doelwit van discriminatie op de werkvloer (47 meldingen in 2024), maar ook in de verzekerings- en zorgsector.

    Sociale media en de media versterken het antigenderdiscours, waardoor het bestaansrecht van transgender personen in twijfel wordt getrokken. Verraderlijker nog is dat haatspraak niet altijd expliciet is, maar een humoristische of parodiërende vorm aanneemt. Toch zorgt dat voor een transfoob klimaat en normaliseert het haatdragend gedrag.

    De meldingen van intersekse personen vertegenwoordigen nog net geen 1 procent van de meldingen die het Instituut ontving. Dat wijst ook op een gebrek aan kennis over intersekse personen bij het brede publiek. Desondanks worden er elke dag vijf kinderen in België geboren met een variatie van geslachtskenmerken. Die onwetendheid vormt de basis van interseksefobie. Dat kan zich uiten in de druk die ouders ervaren om onnodige medische ingrepen toe te laten op de seksuele kenmerken van hun kind.

    Meld feiten

    Unia en het Instituut moedigen slachtoffers en getuigen van elke vorm van discriminatie, haatspraak of haatmisdrijf aan om een klacht in te dienen bij de politie, waar een specifiek verslag zal worden opgesteld.

    Toch zijn slachtoffers van homofobie, bifobie of transfobie vaak te bang om klacht in te dienen: bang om een coming-out te doen, bang om toe te geven dat ze gebruikmaken van datingapps, bang om slecht onthaald te worden, bang voor stigmatisering, bang dat hun klacht gevolgen zal hebben voor hun privé- en werkleven, enzovoort.

    Volgens een Europese studie stapt in België slechts 14% van de LGBTI+-slachtoffers naar de politie. De feiten worden dus ondergerapporteerd. Een melding kan ook worden gedaan bij Unia of bij het Instituut, zodat die instellingen slachtoffers kunnen begeleiden.

    Oproep aan politici:

    Tijdens de vorige legislatuur ontwikkelde elk machtsniveau een eigen actieplan tegen LGBTI-fobie. Die versnippering staat een coherent en efficiënt beleid in de weg. Unia en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen pleiten daarom voor een ambitieus interfederaal actieplan dat de samenwerking tussen de verschillende machtsniveaus versterkt.

     

    Lees meer
  • Drie jaar cel voor man die groepje homo's en een vrouw aanviel in Brussel

    De correctionele rechtbank van Brussel heeft een Fransman veroordeeld  tot een gevangenisstraf van drie jaar met uitstel omdat hij een seksistische en homofobe aanval op een vrouw en haar homoseksuele vrienden in Brussel pleegde. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen trok, samen met Unia en het slachtoffer, met deze zaak naar de rechter. “Deze veroordeling is heel belangrijk omdat daarmee een grote stap wordt gezet in de strijd tegen seksistische en discriminatoire aanvallen in België”, aldus de twee instellingen. 

     

    De feiten dateren van maart 2023 toen het slachtoffer, nog gekleed in een cabaretuitrusting, een voorstelling met een groep vrienden verliet. In de Lombaardstraat werd het gezelschap uitgescholden door de man. Daarbij gebruikte hij ook verschillende homofobe beledigingen het gezelschap toe. Het slachtoffer kwam tussenbeide en werd zelf door de dader uitgescholden voor “vuile hoer”, waarna ze fysiek werd aangevallen met een asbak of een glazen fles. De politie hield hem aan en merkten op dat zij hem enkele minuten eerder hadden gevraagd de plaats te verlaten omdat hij "passanten lastigviel". De aanval veroorzaakte ernstige verwondingen, waardoor het slachtoffer meer dan vier maanden niet kon gaan werken.  

     

    De man werd door de rechter schuldig bevonden aan seksisme en mishandeling en geweldpleging met een discriminerend motief. Hij kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar en moet zich psychologisch laten begeleiden en verplicht deelnemen aan een zogenaamde ‘verantwoordingsgroep’ voor daders van misdrijven waarbij een slachtoffer is gevallen. Het slachtoffer kreeg een schadevergoeding van 9.000 euro. Unia en het Instituut ontvingen een symbolische schadevergoeding.

    De rechtbank beoordeelt de belediging “vuile hoer” als seksisme, omdat het de waardigheid van een persoon ondermijnt op basis van diens geslacht. De rechtbank benadrukte dat deze uitspraak de minachting van de beklaagde uitdrukt voor een persoon die hij als minderwaardig beschouwt vanwege haar geslacht.

    Deze rechterlijke beslissing helpt om de toepassing van de seksismewet uit 2014 in de openbare ruimte, die nog steeds weinig wordt gebruikt in rechtspraak, te verduidelijken.Naast seksisme, heeft de rechtbank ook geoordeeld dat het motief van de slagen en verwondingen discriminatie op basis van genderexpressie en seksuele oriëntatie was.

    Deze erkenning onderstreept de intersectionele dimensie van deze zaak en weerspiegelt de complexiteit van discriminatie die wordt ervaren door mensen die op meerdere manieren kwetsbaar zijn. Het was op basis van hun uiterlijk en genderexpressie dat de dader de slachtoffers als homoseksueel beschouwde, zonder dat dit verband noodzakelijkerwijs reëel was.

    “De rechtbank benadrukte dat het onaanvaardbaar is dat mensen zich onveilig voelen in de openbare ruimte vanwege hun geslacht, hun seksuele oriëntatie of genderexpressie”, zo laat Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut weten. “Naast het juridische luik, gaat het hier ook om het belang van symbolen. Het werpt opnieuw licht op de te vaak voorkomende aanvallen op LGBTQIA+-personen en op vrouwen. Daarnaast illustreert het ook de goede samenwerking tussen het Instituut en Unia in deze complexe dossiers”, besluit Els Keytsman, directeur van Unia.

    Lees meer

Laatste nieuws

Populairste