Charter online publicaties

Inzake de mogelijkheden die mediabedrijven bieden aan burgers vermeld in een online publicatie.

I. Inleiding 
Gegevens worden op grote schaal gearchiveerd op het internet. U was betrokken bij een verkeersongeval? U heeft een strafrechtelijk verleden? Dan bestaat er een grote kans dat u deze informatie jaren na de feiten via een eenvoudige zoekopdracht terugvindt in de resultatenlijsten van een zoekmachine zoals Google, Bing, Yahoo en dergelijke meer.
De permanente toegankelijkheid van deze publicaties op het internet zorgt voor een inherent spanningsveld tussen het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene, enerzijds, en de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en het recht op informatie, anderzijds. Het is namelijk de rol van de pers, als waakhond van de democratie, om te berichten over zaken van algemeen belang, het publiek zo correct en volledig mogelijk te informeren en ervoor te zorgen dat het publiek toegang heeft tot deze informatie.
Bij de afweging van deze fundamentele rechten is het, vanuit maatschappelijk en historisch oogpunt, belangrijk dat er niet wordt geraakt aan de informatie in persarchieven en dat deze informatie toegankelijk blijft, onder meer via de zoekmachines. Persarchieven vormen immers een belangrijke bron van informatie en voeden het collectieve geheugen. Elke andere oplossing leidt tot het herschrijven van de – soms zelfs recente – geschiedenis en mogelijks zelfs tot geschiedvervalsing.
De bij dit charter betrokken mediabedrijven, zijn bekommerd om de bescherming van de rechten van de burger en zijn bereid om onder de hierna beschreven voorwaarden – steeds rekening houdend met de journalistieke deontologie en afhankelijk van de feitelijke elementen van het verzoek – over te gaan tot het verbeteren van een publicatie, het vervolledigen van de publicatie of het niet langer indexeren van de publicatie.
Dit charter is een vrijwillig initiatief van de geschreven en audiovisuele pers en is bedoeld om aan de burgers de mogelijkheden toe te lichten waarover zij beschikken in het geval zij worden vermeld in een online publicatie, zij het een artikel, een geluids- of beeldfragment. Het charter is opgesteld op basis van de in de praktijk opgedane ervaringen en mag niet op absolute wijze worden gelezen of geïnterpreteerd aangezien onmogelijk met alle bijzondere omstandigheden rekening kan worden gehouden. Het charter zal voor het grootste deel van de aanvragen een nuttig instrument zijn, maar verleent geen absolute rechten.


II. Concrete mogelijkheden
Wie meent dat een online publicatie waarin hij bij naam is genoemd of impliciet is aangewezen en die vrij toegankelijk is op het internet, hem of haar ernstige en reële schade berokkent, kan zich wenden tot de mediabedrijven, waaronder Webpool New Media Productions, via redactie@gaylive.be en vragen dat een van onderstaande mogelijkheden wordt toegepast:
A. Rechtzetting
B. Up-to-date brengen van gerechtelijke informatie
C. Verwijderen van koppeling naar webpagina
Het verzoek dient te gebeuren door de persoon die bij naam is genoemd of impliciet is aangewezen. Indien deze is overleden, kan de echtgenoot, de wettelijk samenwonende of een erfgenaam tot de tweede graad de aanvraag indienen.
In het schriftelijk verzoek moet de publicatie in kwestie duidelijk worden geïdentificeerd, steeds door opgave van de URL. Als meerdere publicaties in hetzelfde medium worden geviseerd, moeten alle URL’s worden opgegeven. Het verzoek dient gedateerd en gehandtekend te worden en vergezeld te zijn van een bewijs van identiteit van de verzoeker (kopie van de identiteitskaart of elk ander bewijskrachtig document), steeds met vermelding van het volledig adres en de contactgegevens. Als een derde wordt ingeschakeld, moet deze een ondertekende volmacht met bewijsstukken overmaken. Het verzoek dient nauwkeurig te worden gemotiveerd en desgevallend de nodige bewijsstukken als bijlage te bevatten. Als het mediabedrijf een e-mailadres ter beschikking stelt, mag het verzoek per e-mail worden overgemaakt, met in bijlage de ondertekende brief en/of bewijsstukken.
Het mediabedrijf zal elk verzoek ernstig onderzoeken en zal zijn gemotiveerde beslissing binnen de drie maanden na ontvangst van het verzoek bekendmaken. Het uitblijven van een beslissing na afloop van deze periode van drie maanden, dient te worden beschouwd als een weigering van het verzoek.


A. Rechtzetting
Een rechtzetting is enkel mogelijk indien de informatie op het tijdstip van de publicatie feitelijk onjuist was en voor zover de feitelijke onjuistheden relevant zijn. Voor details die geen schade berokkenen, kan geen rechtzetting worden gevraagd.
In het geval dat het mediabedrijf feitelijk onjuiste informatie heeft gepubliceerd, kan een verzoek tot rechtzetting worden ingediend. Deze informatie zal door het mediabedrijf worden rechtgezet, overeenkomstig de regels van de journalistieke deontologie.
In het verzoek dient de feitelijke onjuistheid duidelijk te worden bewezen.
De mogelijkheid tot rechtzetting is niet beperkt in de tijd aangezien het opportuun is dat feitelijke onjuistheden te allen tijde worden rechtgezet.
Het mediabedrijf is vrij te bepalen op welke manier de rechtzetting gebeurt.


B. Up-to-date brengen van gerechtelijke informatie
Elke persoon die in een online publicatie wordt vernoemd als verdachte, beklaagde, beschuldigde of veroordeelde, kan – in het geval er zich in het dossier een nieuwe belangwekkende evolutie voordoet – een verzoek indienen tot het toevoegen van een update in de volgende gevallen: afzien van vervolging, buitenvervolgingstelling, vrijspraak, herroeping, heropening, herstel in eer en rechten, gratie of amnestie die in kracht van gewijsde is gegaan, invrijheidstelling na strafuitzitting of bij veroordeling voor een andere inbreuk dan deze die initieel werd gepubliceerd.
Het verzoek wordt schriftelijk ingediend binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag waarop de beslissing tot buitenvervolgingstelling of tot vrijspraak niet meer vatbaar is voor verzet, hoger beroep of voorziening in cassatie.
Het verzoek om de informatie up-to-date te brengen, is opgesteld in dezelfde taal als de informatie die aanleiding gaf tot het verzoek en bevat volgende vermeldingen:
1° de identiteit van de persoon die vernoemd is of impliciet aangewezen werd;
2° de verwijzing naar de online publicatie die heeft geleid tot het verzoek tot het up-to-date brengen;
3° de beslissing van de buitenvervolgingstelling, vrijspraak, herroeping, heropening, herstel in eer en rechten, gratie of amnestie in het voordeel van de verzoeker, de datum van deze beslissing en de gerechtelijke instantie die ze heeft uitgevaardigd of een bewijs van de staking van de vervolging uitgaande van de gerechtelijke instantie of een advocaat. Aan het verzoek wordt het bewijs van de beslissing toegevoegd.
4° de vaststelling dat verzet, hoger beroep of voorziening in cassatie in geval van gerechtelijke beslissing niet meer mogelijk zijn.
Indien het mediabedrijf reeds op eigen initiatief op afdoende wijze is overgegaan tot het updaten van de informatie, kan er evenwel geen verzoek tot het up-to-date brengen van de informatie gebeuren.
Het mediabedrijf is vrij te bepalen op welke manier de update gebeurt.


C. Verwijderen van koppeling naar webpagina
1. Op het niveau van de zoekmachine
Elke persoon die vermeld wordt in een online publicatie kan aan een zoekmachine vragen de link naar de webpagina van het mediabedrijf te verwijderen (ook wel desindexering of delisting genoemd). De verzoeker dient de voorwaarden te respecteren die de exploitant van de zoekmachine heeft vastgelegd en dient de formulieren te gebruiken die hiervoor ter beschikking worden gesteld (Google, Bing, Yahoo).
Dit is de eerste weg die moet worden bewandeld. Een mediabedrijf kan vragen om eerst dit verzoek in te dienen en het bewijs van de vraag en de weigering voor te leggen.
De zoekmachine zal bij de beoordeling van dit verzoek onderzoeken of het algemeen belang primeert op het persoonlijk belang van de verzoeker en het gerechtvaardigd is dat de toegang tot deze informatie uit het verleden niet wordt ingeperkt.
Deze verwijdering heeft enkel betrekking op de resultaten van een zoekopdracht die de naam van de persoon bevat. De desindexering tast met andere woorden de publicatie op zich niet aan. Deze blijft toegankelijk in de archieven van het mediabedrijf.


2. Op het niveau van het mediabedrijf
Enkel wanneer het verzoek van de betrokkene niet wordt ingewilligd door de exploitant van de zoekmachine(s) en de betrokkene hiervan het bewijs levert kan het mediabedrijf – indien het daartoe over de technische mogelijkheden beschikt – een publicatie ontoegankelijk maken voor zoekmachines (door het toevoegen van een “no archive” of “no index” tag). Dit heeft tot gevolg dat de publicatie niet meer voorkomt in de resultaten van de zoekmachine. De publicatie blijft evenwel integraal beschikbaar op de website van het mediabedrijf.
Het mediabedrijf kan weigeren om gevolg te geven aan het verzoek tot desindexering. Deze weigering dient te worden gemotiveerd.
Dit kan onder meer in de volgende gevallen:
de publicatie heeft betrekking op een feit of gebeurtenis, onder andere historische gebeurtenissen, die nog steeds informatie van algemeen belang uitmaakt, en waarbij er geen aanwijzing is dat ze, op het moment van het verzoek, niet moet blijven bestaan in het collectieve geheugen;
het verzoek heeft betrekking op een publiek persoon en/of feiten die een informatie van algemeen belang uitmaken;
meerdere personen worden bij naam genoemd en er is maar één persoon die zich verzet tegen de indexatie door de zoekmachine(s);
het verzoek is manifest tendentieus of maakt op een ongerechtvaardigde wijze een keuze tussen bepaalde publicaties;
de feiten blijven, op het moment van het verzoek, gemakkelijk toegankelijk via andere kanalen geïndexeerd door zoekmachines, zonder dat deze toegankelijkheid betwist wordt door de verzoeker;
het verzoek is manifest gebaseerd op onjuiste of leugenachtige beweringen.
Het mediabedrijf beoordeelt het verzoek tot desindexering en het bestaan van een algemeen belang, rekening houdend met de feitelijke elementen waarmee hij wordt geconfronteerd, met name de ernst van de feiten, hun anciënniteit, en het feit of de verzoeker al dan niet actief heeft deelgenomen aan het publiek maken van de feiten of toestemming heeft gegeven voor de publicatie.
Het mediabedrijf neemt de beslissing onder elk voorbehoud van technische aard aangezien het mediabedrijf niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de werking van zoekmachines en databanken van derde partijen.