Geen boetes voor deelnemers van pride in Boedapest
De deelnemers van de verboden Pride-optocht in Boedapest op 28 juni hoeven niet langer te vrezen voor een boete of gevangenisstraf. In een mededeling laat de politie van Boedapest weten dat ze geen verdere juridische stappen zal ondernemen tegen de meer dan 200.000 deelnemers die aan de verboden mars deelnamen.
De mededeling komt als een verrassing. In de dagen voor de parade had de politie de optocht verboden. Ze baseerde zich voor dat verbod op de wet die in maart door de regering van Viktor Orbán werd goedgekeurd en die alle LGBTQ+-evenementen verbiedt. Deelnemers aan deze ‘verboden’ bijeenkomsten riskeren boetes tot 500 euro. Organisatoren van LGBTQ+-evenementen riskeren zelfs gevangenisstraffen tot één jaar. Ook mag de politie gezichtsherkenning inzetten om deelnemers te identificeren en te beboeten.
Uiteindelijk verklaarde de burgemeester van Boedapest, Gergely Karácsony, dat de Pride een ‘gemeentelijke viering’ is en volgens de Hongaarse wet dus niet verboden kon worden. De burgemeester is inmiddels zelf het onderwerp van een politieonderzoek. Observatoren beschouwen de beslissing van de politie als een onverwachte nederlaag voor Orbáns autoritaire beleid. Ook de recordopkomst tijdens de Pride-optocht werd gezien als een krachtig signaal tegen de autoritaire regering van Orbán.













