Belgie opnieuw op de tweede plaats in de Rainbow Index

België staat opnieuw op de tweede plaats in de Rainbow Map van ILGA-Europe met 85 procent. Daarmee schuift ons land één plaats op en moet het enkel Malta voor laten gaan, dat 89 procent scoort op de index van meest LGBTQ+-vriendelijke landen. In vergelijking met vorig jaar zakt IJsland naar de derde plek met 84 procent. Denemarken (80 procent) en Spanje (78 procent) vervolledigen de top vijf. Groot-Brittannië, Georgië en Hongarije zakken verder weg uit het klassement met respectievelijk zes en zeven plaatsen.
De Rainbow Map is het jaarlijkse benchmarkinstrument van ILGA-Europe en bestaat uit de Rainbow Map en Index, aangevuld met nationale aanbevelingen. ILGA-Europe publiceert de Rainbow Map en Index sinds 2009 en gebruikt dit instrument om de juridische en beleidsmatige situatie van LGBTI-personen in Europa in kaart te brengen. De Rainbow Map en Index rangschikt Europese landen op basis van hun wettelijke en beleidspraktijken met betrekking tot LGBTI-personen, op een schaal van 0 tot 100 procent.
Om tot deze landenranking te komen, onderzoekt ILGA-Europe de wetten en beleidsmaatregelen in 49 landen aan de hand van 75 criteria, verdeeld over zeven thematische categorieën: gelijkheid en non-discriminatie, gezin, haatmisdrijven en haatzaaien, juridische gendererkenning, lichamelijke integriteit van intersekse personen, ruimte voor het maatschappelijk middenveld en asiel.
Vorig jaar sprong IJsland de top drie binnen met een score van 83 procent, doordat het drie plaatsen steeg dankzij de goedkeuring van nieuwe wetgeving die conversiepraktijken verbood en trans-specifieke gezondheidszorg baseerde op depathologisering. Ons land steekt IJsland dit jaar opnieuw voorbij omdat wij, samen met Bosnië-Herzegovina, Ierland, Nederland, Schotland (VK) en Zweden, tot de enige landen behoren die de wetgeving rond haatmisdrijven hebben aangescherpt.
Als we naar onze buurlanden kijken, dan doet België het ook aanzienlijk beter dan Duitsland (69 procent), Luxemburg (68 procent), Nederland (64 procent) en Frankrijk (61 procent). Toch waarschuwt ILGA-Europe voor de opkomst van extreemrechts, die de rechten van LGBTQ+-personen bedreigt. Daarbij verwijst men naar dezelfde tendens in landen die nu nog stappen vooruit zetten, zoals Duitsland, Oostenrijk en Nederland.
ILGA-Europe verwijst naar de grootste dalers dit jaar in de Rainbow Index, wat vooral te wijten is aan de opkomst van extreemrechts en de recente beslissing van het Britse Hooggerechtshof omtrent transvrouwen.
“De grote krantenkoppen over het VK en Hongarije trekken de aandacht, maar de democratie wordt stilletjes ondermijnd in heel Europa,” zegt Katrin Hugendubel, beleidsdirecteur van ILGA-Europe.
“Acteurs uit het centrum en de extreemrechtse hoek in de EU nemen NGO-financiering onder vuur om organisaties te verzwakken die opkomen voor mensenrechten, terwijl er op nationaal niveau wetten worden ingevoerd die geen enkel werkelijk maatschappelijk probleem aanpakken, maar puur bedoeld zijn om te marginaliseren. De Hongaarse grondwetswijziging die stelt dat ‘de moeder een vrouw is en de vader een man’, en dat ‘gender bij geboorte wordt bepaald’, is daar een duidelijk voorbeeld van.”
Van onze buurlanden maakt Duitsland, net als vorig jaar, de grootste vooruitgang in de Rainbow Index. Duitsland steeg drie plaatsen dankzij de Zelfbeschikkingswet, die in november 2024 van kracht werd. De wet maakt het voor trans personen mogelijk om hun officiële documenten te wijzigen zonder ingrijpende vereisten, zoals een diagnose van een psychische aandoening.
Door die Zelfbeschikkingswet komt Duitsland, samen met Griekenland en Noorwegen, met 69 procent op de achtste plaats te staan. Het is meteen hun hoogste positie ooit in de Rainbow Index.
